SER noemt GreenFox als duidelijk voorbeeld van een sociale onderneming

‹ terug naar overzicht

Ser wil steun voor sociale bedrijven

‘Geef ondernemingen die idealen vooropstellen een keurmerk’

Door Marco Visser

Ze worden de voorlopers van het nieuwe kapitalisme genoemd, de sociale ondernemingen waar idealisme en winstbejag samensmelten. Zijn zij echt het antwoord op de uitwassen van het huidige economische systeem? Minister Lodewijk Asscher van sociale zaken en werkgelegenheid wilde daar weleens antwoord op. Hij vroeg de Sociaal-Economische Raad (Ser) te onderzoeken wat sociale ondernemers voor Nederland kunnen betekenen en welke problemen zij ondervinden. Vandaag presenteert de Ser het ontwerpadvies.

Minister Lodewijk Asscher van sociale zaken en werkgelegenheid wilde daar weleens antwoord op. Hij vroeg de Sociaal-Economische Raad (Ser) te onderzoeken wat sociale ondernemers voor Nederland kunnen betekenen en welke problemen zij ondervinden. Vandaag presenteert de Ser het ontwerpadvies.

Ja, succesvolle sociale ondernemingen kunnen bijdragen aan de oplossing van taaie maatschappelijke problemen, zeggen Ser-voorzitter Mariëtte Hamer en Mirjam van Praag, de voorzitter van de commissie die het onderzoek uitvoerde. Dan gaat het bijvoorbeeld over milieu, leefbaarheid en groepen met een achterstand mee laten doen in de maatschappij.

Maar eerst: wat is een sociale onderneming eigenlijk?

Een voorbeeld ligt in de kamer van Hamer op tafel: de kleine ‘slaafvrije’ chocolaatjes van Tony’s Chocolonely die tussen de koffiekoekjes liggen. “Ja, dat is een sociale onderneming”, zegt Van Praag. “Bij sociale ondernemingen staat het oplossen van een maatschappelijk probleem voorop. Maar er moet natuurlijk wel geld worden verdiend. De winst die de bedrijven maken, keert terug in de onderneming om hun maatschappelijke invloed te vergroten.”

Een voorbeeld ligt in de kamer van Hamer op tafel: de kleine ‘slaafvrije’ chocolaatjes van Tony’s Chocolonely die tussen de koffiekoekjes liggen. “Ja, dat is een sociale onderneming”, zegt Van Praag. “Bij sociale ondernemingen staat het oplossen van een maatschappelijk probleem voorop. Maar er moet natuurlijk wel geld worden verdiend. De winst die de bedrijven maken, keert terug in de onderneming om hun maatschappelijke invloed te vergroten.”

Van Praag noemt nog een ander duidelijk voorbeeld van een sociale onderneming: Greenfox. “Dat bedrijf wisselt armaturen van lichtbakken om zodat oude lampen vervangen kunnen worden door zuinige ledverlichting. Greenfox doet dat met mensen die een arbeidsbeperking hebben. Het is werk met veel herhalingen, wat voor hen juist prettig is.”

De maatschappelijke invloed van Greenfox ligt in de vermindering van het energieverbruik en de plaatsing van arbeidsgehandicapten. Maar hoe groot die impact is, blijft lastig te meten. Dat is een van de grote problemen die sociale ondernemingen moeten oplossen, zo signaleert de Ser.

Van Praag: “De invloed meten is ontzettend moeilijk. Het gaat niet over de productie, het gaat verder en is niet makkelijk in geld uit te drukken. Belangrijk is het wel: als je geen impact kunt meten, krijg je moeilijker opdrachten van gemeenten en kun je de bedrijfswaarde minder goed vaststellen, wat lastig is als je kapitaal wilt aantrekken. Daarnaast, als we de impact van de individuele bedrijven niet kunnen meten, kunnen wij ook niet zeggen wat de bijdrage is van alle sociale ondernemingen in Nederland.”

Van Praag: “De invloed meten is ontzettend moeilijk. Het gaat niet over de productie, het gaat verder en is niet makkelijk in geld uit te drukken. Belangrijk is het wel: als je geen impact kunt meten, krijg je moeilijker opdrachten van gemeenten en kun je de bedrijfswaarde minder goed vaststellen, wat lastig is als je kapitaal wilt aantrekken. Daarnaast, als we de impact van de individuele bedrijven niet kunnen meten, kunnen wij ook niet zeggen wat de bijdrage is van alle sociale ondernemingen in Nederland.”

De Ser pleit voor een nationaal kenniscentrum waar overheid en sociale ondernemingen gezamenlijk investeren in manieren om de invloed te meten. “Daarmee kunnen sociale ondernemers ook van elkaar leren hoe je succesvol kunt zijn”, zegt Hamer.

Volgens de Ser zal het sociale bedrijven helpen als er een label of keurmerk komt. Dat zorgt voor zowel een grotere erkenning als herkenning. Een label krijgt een ondernemer niet zomaar. Hij moet daarvoor eerst langs de notaris om aan te tonen dat hij aan de eisen voldoet.

Volgens de Ser zal het sociale bedrijven helpen als er een label of keurmerk komt. Dat zorgt voor zowel een grotere erkenning als herkenning. Een label krijgt een ondernemer niet zomaar. Hij moet daarvoor eerst langs de notaris om aan te tonen dat hij aan de eisen voldoet.

Met het label staat de sociale ondernemer sterker om overheidsopdrachten binnen te halen. Een van de grote inkopers van opdrachten is de overheid. De Ser adviseert ambtenaren bijscholing te geven over de mogelijkheden om sociale ondernemingen in te huren. “Nee, wij pleiten niet voor een voorkeursbehandeling”, zegt Van Praag. Maar momenteel worden sociale bedrijven benadeeld omdat hun resultaten lastig zijn te meten. Er moet dus een gelijk speelveld komen voor sociale en andere ondernemingen.”

Over de internationale opkomst van sociale ondernemingen is de afgelopen jaren in de media veel gezegd. De technologische versnelling wordt als oorzaak gezien, net als het niet-functioneren van de huidige economische orde en de onmacht van overheden en bedrijfsleven om ongelijke verdeling van welvaart en milieuvervuiling effectief aan te pakken.

Hamer denkt dat het een combinatie van oorzaken is. “Het past in de maatschappelijke trend dat mensen zich meer bewust zijn van bijvoorbeeld duurzaamheid en mensenrechten. En is het is mede dankzij de huidige technologie makkelijker een onderneming te beginnen.”

Hoeveel zijn er precies?

Als er iets is wat de onderzoekers van de Ser opviel, dan is het hoe weinig cijfers er zijn over sociale ondernemingen. In het ontwerpadvies haalt de Ser een schatting aan van McKinsey. Het adviesbureau schatte dat in 2011 maximaal 5000 sociale ondernemingen in Nederland actief waren. Nu is de wereld sinds 2011 flink veranderd, en het aantal sociale startups in die tijd ongetwijfeld flink gegroeid. Maar met hoeveel, daarop heeft de Ser het antwoord niet gevonden.