De baan van zijn leven

‹ terug naar overzicht

“Als het aan mij ligt blijf ik hier tot aan m’n pensioen,” zegt Arno Meesters enthousiast als hij vertelt over zijn werk als conciërge op Politiebureau Jan Hendrikstraat, in het centrum van Den Haag. “Ik werk sinds mijn vijftiende in de sloop en de bouw. Nu heb ik artrose in mijn onderrug en kan ik geen zwaar werk meer doen.” Frans Freen - Operationeel specialist A bij de Politie– werkte Arno in: “Ik ben heel blij met hem, Arno vult echt een gat op.”

Met een verandering in het functiehuis van de politie is de afdeling ‘facilitair’ gecentraliseerd en miste Frans een ‘hands-on’ medewerker op zijn bureau. Nu vervult Arno deze functie in afstemming met die centrale afdeling. Hij loopt inspectierondes, signaleert, lost op wat hij kan en speelt zaken door als dat nodig is. “Ik vul het papier van de kopieermachines bij, maar ik heb ook zelf kamers lopen sauzen. Rond Oud & Nieuw leg ik veiligheidspakketten in de auto’s, met blusdekens en vuurwerkbrillen. En met de avondklokrellen heb ik ook bijgesprongen.” Arno deelde het magazijn opnieuw in. “We hebben spullen teruggevonden die we tien jaar niet hadden gezien,” benadrukt Frans blij.

Klik met de bureauchef

Door zijn artrose kwam Arno, zoals hij het zelf zegt, “in een bepaalde doelgroep, voor mensen die moeilijk aan de bak komen”. De gemeente verwees hem naar GreenFox Social Return, een sociale onderneming die mensen duurzaam naar werk begeleidt vanuit de filosofie dat iedereen een voorsprong op de arbeidsmarkt heeft. Samen met zijn begeleider vanuit GreenFox ging Arno op gesprek bij de politie: “De kennismaking op het bureau verliep heel goed. Ik had meteen een klik met de bureauchef. Ik kwam thuis en zei tegen mijn moeder en zus dat ik aangenomen was, dat voelde ik gewoon.”

Rotterdammer in het Haagse

“Er wordt veel zelfstandigheid van Arno verwacht,” vervolgt Frans, “zeker nu ik veel vanuit huis werk. In het begin was dat een zoektocht. Arno kende de organisatie alleen als burger, van de buitenkant. Het duurde even voordat hij mensen durfde aan te spreken. Nu maakt hij grapjes met ze.” Arno vult aan: “Met collega’s ben ik heel goed, ze zeggen allemaal gedag. En, lachend: “Als er wat is, trek ik m’n muil wel open, daar ben ik een Rotterdammer voor.” Frans besluit: “Arno is echt één van ons. Hij is super integer en elke dag goedgemutst. Ik heb al gezegd dat ik wil dat hij blijft. Het bureau is nog nooit zo opgeruimd geweest!”

Interviewer en auteur: Lisa Koolhoven www.verhalenpodium.nl